D. van de Velde (2019) onderzocht het effect van de splitsing van bedrijven van spoorbeheer en exploitatie van de treinen. In veel Europese landen gebeurde dit op basis van Europese wetgeving die als doel had efficiëntie problemen op het spoor op te lossen. In Nederland resulteerde dit in het ontstaan van Prorail naar de NS en andere treinvervoeraanbieders. Lange efficiënte lijnen tussen grote Europese steden zijn vaak niet de lijnen waarin grote spoorbedrijven uit Europese landen investeren. De reden hiervoor is dat in veel Europese landen sprake is van een privatisering van het spoorbedrijf, waardoor veel wordt gerekend in termen van winstgevendheid van lijnen. Bij grensoverschrijdende lijnen komt veel kijken voor spoorbedrijven, de breedte van het spoor en de spanning van de bovenleiding kan verschillen, waardoor treinen soms niet in één keer door kunnen rijden en locomotieven gewisseld moeten worden. Het resultaat hiervan was dat er de afgelopen 10-20 jaar veel van de enkele internationale treinlijnen zijn verdwenen, en er weinig nieuwe bij zijn gekomen. De concurrentie met Europese vluchten is zwaar, vliegen is sneller en flexibeler, en in veel gevallen nog altijd goedkoper. (gebruiksgemak, alternatieven)

Bezetting Europese treinen in de geschiedenis

In de meest recente jaren maken internationale treinen langzaam een comeback. De groep potentiële klanten die op basis van klimaatoverwegingen in principe de voorkeur heeft om binnen Europa per trein te reizen (milieu), en daar dus ook meer geld en moeite voor over heeft, wordt groter. Met deze ontwikkeling wordt het voor geprivatiseerde treinbedrijven weer interessant om te investeren in internationale verbindingen. Daarnaast bestaat er vanuit veel overheden en de EU druk (invloed vanuit overheden) om een schoner alternatief te bieden voor Europese vluchten. 

Interessant om op te merken is dat bij de eerste opkomst van supersnelle treinverbindingen in 1960 eigenlijk alleen op basis van economische redenering werd gehandeld. Duidelijk was dat de vroege TGV verbinding tussen Parijs en Lille succes had, en vanuit heel Europa werd gekeken naar kansen. Zo keken Van Hagen en De Vries (1987) al naar de verwachte economische effecten voor een aansluiting van de randstad op een Europees hogesnelheidsnet. Op dit moment is de randstad daadwerkelijk aangesloten aan de zuidkant via de HSL-Zuid tussen Schiphol en Antwerpen. 

Afbeelding 1: Enkele Europese internationale treinlijnen met vermelding van reistijd (30 most underrated tourist destinations in Europe (with pictures), z.d.)

Afbeelding 2: Rail passengers per year EU (EU, 2022)

Het verbinden van conclusies aan exacte cijfers met betrekking tot aantallen treinreizigers over de afgelopen jaren is lastig door het enorme effect van Corona op treinreizen in 2020.

Dit is duidelijk te zien in afbeelding 2. Wel is vanaf 2015 een duidelijk stijgende lijn te zien, die wijst op de langzaam stijgende populariteit van internationale treinen (EU, 2022). 

Aanbieders treinreizen binnen EU

Binnen de EU worden internationale lijnen vaak geregeld door een groot spoorbedrijf uit een van beide landen. Ook is soms sprake van intensieve samenwerking op een lijn en rijden treinen uit beide landen op het traject. De grootste aanbieders van internationale treinen in de EU zijn de Deutsche Bahn met de ICE, Eurostar, de Franse Thalys en het Italiaanse Trenitalia met de Frecciarossa. 

Binnen EU-landen wordt de verdeling tussen binnenlands OV en internationaal OV gerapporteerd. De resultaten hiervan zijn gepresenteerd in Afbeelding 3. Te zien is dat Luxemburg koploper is wat betreft internationale OV-kilometers. Kroatië, Tsjechië, Duitslands, Slowakije en Nederland volgen op bescheiden afstand (EU, 2022). Het grote aandeel van Luxemburg is te verklaren doordat het OV in heel Luxemburg gratis is, ook voor toeristen, en het feit dat het een klein land is omringd door andere landen. 

Door de tijd heen zijn er steeds weer onderzoeken uitgevoerd naar de toegevoegde waarde van Hogesnelheidslijnen. Opvallend is dat veel onderzoeken uitgaan van praktische en economische voordelen van deze snelle treinverbindingen. Milieuwinst wordt vaak slechts genoemd als bijkomend voordeel. Givoni (2005) en Del Socorro en Viecens (2013) onderzoeken beide wat het effect is van integratie van hogesnelheidslijnen met vliegvelden. Het achterliggende idee hiervan is in de eerste instantie om een alternatief te bieden voor korte vluchten, maar ook verhogen van populariteit en bereikbaarheid van het betreffende vliegveld worden genoemd. Beide onderzoeken concluderen dat goede connectiviteit een win-win situatie oplevert door verbeterde bereikbaarheid en milieuwinst. Givoni (2005) geeft daarnaast aan dat hogesnelheidslijnen op het moment van dat onderzoek een competitieve optie zijn voor afstanden korter dan 600km of een uur vliegen.

Over onderzoek naar de reden achter de keuze van consumenten voor vervoer door de lucht of over het spoor is weinig beschikbaar. Román et al. (2007) onderzoekt voor het traject Madrid – Barcelona welke factoren van invloed zijn op de keuze van consumenten. Dit onderzoek levert onder meer op dat een korte reistijd een belangrijke factor is in de keuze voor trein in plaats van vliegtuig. Dit onderzoek is echter oud, en onderzoekt slechts de effecten op een specifiek binnenlands traject over een niet al te grote afstand

Figuur 3: Division national and international Public transport per EU country

Onderzoek concurrentiepositie trein in het verleden

Bronnen

 

Banister, D., & Givoni, M. (2013). High-Speed Rail in the EU27: Trends, time, accessibility and principles. Built Environment, 39(3), 324–338. https://doi.org/10.2148/benv.39.3.324

 

Del Socorro, M., & Viecens, M. F. (2013). The effects of airline and high speed train integration. Transportation Research Part A: Policy and Practice, 49, 160–177. https://doi.org/10.1016/j.tra.2013.01.014

 

EU. (2022, november). Railway passenger transport statistics - quarterly and annual data. Eurostat. Geraadpleegd op 9 oktober 2023, van https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Railway_passenger_transport_statistics_-_quarterly_and_annual_data#In_2021.2C_the_EU_rail_passenger_transport_performance_partially_recovered_from_the_sharp_drop_in_2020

 

Givoni, M., 2005. Aircraft and High Speed Train Substitution: The Case for Airline and Railway Integration, Unpublished Ph.D. Thesis. University College, London.

 

Román, C., Espino, R., & Martı́n, J. C. (2007). Competition of high-speed train with air transport: the case of Madrid–Barcelona. Journal of Air Transport Management, 13(5), 277–284. https://doi.org/10.1016/j.jairtraman.2007.04.009

 

Van Hagen, M., & De Vries, M. (1987). Supersnelle trein voor Nederland Vooral van psychologisch belang. Agora, 3(1), 4–6. https://doi.org/10.21825/agora.v3i1.15212

 

Discussie

Samenvattend lijkt er de laatste jaren een voor veel mensen relatief zwaarwegende reden bijgekomen te zijn om de internationale hogesnelheidslijn toch weer mee te nemen in de overweging bij het maken van lange reizen. Extra aandacht voor klimaatverandering lijkt consumenten bewuster te maken van de uitstoot die het resultaat is van hun gedrag (milieu) Om dezelfde milieuredenen beginnen overheden ook de voordelen van internationaal personenvervoer over rail in te zien (invloed vanuit overheden). Voor de toekomst zou dit kunnen betekenen dat er minder nodig is om treinen aantrekkelijker te maken dan vliegtuigen. De in deze trendanalyse beschreven ontwikkelingen geven dan ook reden de afwegingen die gemaakt worden tussen trein en vliegtuig goed opnieuw te onderzoeken (alternatieven). Duidelijkheid over wat ervoor zou kunnen zorgen dat consumenten nog sneller kiezen voor treinvervoer, en de markt op deze manier in de richting van meer treinen en minder vliegtuigen duwen, zou de uitstoot van schadelijke stoffen door personenvervoer flink kunnen laten dalen.

Introductie trendanalyse

Welkom op deze compacte website, gemaakt om een trendanalyse op het gebied van internationaal treinvervoer in Europa overzichtelijk weer te kunnen geven. Deze trendanalyse is gemaakt voor het vak Seminars in M&T CT3520 van de minor Mobiliteit en Transport aan de TU Delft. In onderstaande tekst wordt u meegenomen in trend wat betreft het gebruik van internationale treinen voor personenvervoer in Europa. De blauwe links in de tekst verwijzen naar pagina's op de website die extra informatie bieden over het betreffende onderwerp.